Beginnende hondenfotografen stellen tijdens een workshop regelmatig de vraag hoe je een zachte achtergrond in je foto’s krijgt. Vaak gaan ze er vanuit dat dit in de nabewerking is gedaan maar niets is minder waar!
Als je rekening houdt met onderstaande 4 tips dan garandeer ik je een perfect vage achtergrond recht uit je camera!
1. Gebruik een lichtsterke lens
Lichtsterke lenzen zoals de 135 mm lens 1.8 of de 70-200 mm lens 2.8 laten meer licht toe wat zorgt voor een kleinere scherptediepte in je foto. Met scherptediepte bedoelen we het gebied dat scherp is in de foto.
Landschapsfotografen kiezen er vaak voor om de hele foto scherp te hebben, als hondenfotograaf heb je graag de hond scherp maar de omgeving niet zodat alle aandacht naar je model gaat.
Hoe lager het f-getal of de diafragmawaarde (f 1.8 of 2.8) hoe sneller je de achtergrond vaag zal krijgen. Helaas zijn lichtsterke lenzen ook erg prijzig maar een laag diafragma is een absolute must om je model van de achtergrond te kunnen isoleren.
Het is echter niet alleen de lichtsterke lens die je een vage achtergrond geeft! Met een 50 mm 1.8 zal je de achtergrond minder vaag krijgen dan met een 70-200 mm lens. Dit heeft alles te maken met de brandpuntsafstand die ook een rol speelt in het verkrijgen van een zachte achtergrond.
De prachtige border collie Skye heb ik gefotografeerd met de 135 mm op diafragma 1.8 waardoor je zowel in de voorgrond als de achtergrond een mooi zacht effect krijgt.
2. Denk na over je brandpuntsafstand
Lenzen met een langere brandpuntsafstand (de zogenaamde telelenzen) zullen een zachtere achtergrond creeëren dan groothoeklenzen, ook al werk je met hetzelfde diafragma!
Een 135 mm of 70-200 mm lens zal dus veel makkelijker een vage achtergrond creeëren dan een 35 mm of 50 mm lens. Let wel, als je een zoomlens gebruikt zoals de 70-200 mm is het belangrijk om deze buiten altijd volledig ingezoomd te gebruiken, op 200 mm dus om maximaal van dit effect te kunnen profiteren!
De chihuahua fotografeerde ik met de 70-200 mm lens op 2.8, ingezoomd op 200 mm waardoor de achtergrond mooi zacht is.
Deze enthousiaste border collie fotografeerde ik met de 15-35 mm. Het gebruikte diafragma was ook 2,8 maar toch zijn de bomen op de achtergrond nog redelijk scherp omdat ik hier een groothoeklens heb gebruikt.
3. Let op de keuze van je locatie
Het is ook belangrijk om even stil te staan waar je je model juist zal plaatsen. Als je rekening houdt met bovenstaande 2 punten maar je zet de hond meteen tegen een muur of voor een struik dan zal die nog behoorlijk scherp in beeld komen.
De podenco hieronder is gefotografeerd met de 70-200 mm op 2.8 maar ook de achtergrond is nog behoorlijk scherp in beeld. Door een ietwat schuine hoek te kiezen krijg je echter toch de nodige diepte in je foto. Regels zijn er dus ook om soms te overtreden, niet elke foto hoeft die vage achtergrond te hebben! Volg vooral je eigen gevoel in wat je wil creeëren!
De expressieve Mechelaar heb ik geplaatst in een graanveld tegenover mijn woonplaats met de 135 mm op 1.8. Door de diepte van het veld is het hier erg makkelijk om een zacht effect in de achtergrond te krijgen!
4. Houd rekening met de afstand tot je onderwerp
Tenslotte draagt ook de afstand tot je onderwerp bij aan de zachtheid van je achtergrond. Onderstaande foto’s zijn op exact dezelfde plaats genomen. De teckeltjes zijn erg klein waardoor ik van dichterbij kon fotograferen en de achtergrond makkelijker zal vervagen.
Als je echter een heel gezin wil vastleggen op beeld dan moet je meer afstand tot je onderwerp nemen en zal dit ook een invloed hebben op je achtergrond. Zoals je ziet is alles hier veel scherper op de foto!
Als je de 4 bovenstaande tips succesvol weet te combineren zal je zonder problemen een prachtige vage achtergrond recht uit je camera bekomen en zal je onderwerp er meteen uit knallen!
Veel fotografieplezier!